Als kind woonde ik de Bloemkwekerstraat. Ik kwam vaak in Ons Huis, dat was destijds een soort buurthuis waar jongeren dingen konden doen, spelletjes en knutselen. Ik was een jaar of tien, na de oorlog in ieder geval. Leuk! Later, toen ik op de Bergweg woonde, ging ik daar naar de film. Toen was het al Lantaren Venster. Gejaagd door de Wind heb ik daar gezien. Ik ging altijd alleen naar de film. Pas toen de kinderen uit huis waren, ging ik weer uit. Ik hield van de films die hier draaiden. Er waren ook concerten, was bij een optreden van DAF, in 1980? Kwam daar mijn zoon tegen, hij was helemaal verbaasd. 

Rond mijn achttiende zag ik Aida in de Schouwburg. Dat zal begin jaren 50 zijn geweest. Godsamme, wat heb ik gehuild om die ongelukkige liefde. Ik weet nog dat ik mijn tranen niet wilde laten zien. Ik luisterde altijd naar opera via een Belgische radiozender. En toen ik de kans kreeg, pakte ik die met beide handen. Ik denk dat ik er met mijn zussen heen ben geweest.  

Pas na mijn veertigste ging ik echt uit, na mijn huwelijk. Ik kwam bij Melief Bender. Daar leerde ik mensen kennen en zo kwam ik bij Timmer, Dizzy (elke dinsdagavond jazz) en De Schouw. Alles in mijn uppie. Ik dacht: wat een man kan, kan ik ook. Ik wilde het kroegleven leren kennen. Iets drinken.
Soms ging ik na afloop dansen in Parkzicht. Dat was een leuke plek in de jaren tachtig. Fela Kuti trad daar een keer op. Geweldig concert. Hij liet alleen wel uren op zich wachten.